Tafsir of Surah An-Nasr
Privacy & Cookies
deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Meer informatie, waaronder het beheren van cookies.
vertaling: (1) wanneer de hulp van Allah en de overwinning komt, (2) en gij ziet de mensen Allah ‘ s Religie in menigten binnengaan, (3) prijs de lof van uw Heer en vraag om vergeving; want Hij is berouwvol (in genade en barmhartigheid).
Sūrat an-Naṣr (Arabisch: سورة النصر, “goddelijke steun”) is de 110e soera van de Koran met 3 ayat. An-Nasr vertaalt naar het Engels als zowel “de overwinning “en”de hulp of bijstand”. Het is de derde Kortste Surah na al-Asr en Al-Kawthar per aantal ayat. Soera Al-Ikhlaas (112) heeft eigenlijk minder woorden in het Arabisch dan Soera An-Nasr, maar het heeft 4 ayat.de Soera prijst Allah voor het leiden van vele mensen naar de Islam. Deze soera staat ook bekend als de overwinning als in de overwinning van de Islam toen het de heidenen van de Qoeraisj versloeg. Deze soera praat over de strijd. Er wordt gezegd dat na deze strijd mensen zich realiseerden dat de moslims nooit verloren omdat Allah aan hun kant stond en toen veel mensen zich bij de Islam aansloten. Volgens Tafsir ibn Kathir is deze soera, net als Surat Al-Ikhlas, een equivalent van ‘een vierde van de gehele Koran’. Deze soera werd een paar maanden voor de dood van de Profeet geopenbaard en het was de laatste geopenbaarde Soera.
Musnad Ahmed Ibn Hanbal, citeert een hadieth, die stelt dat Mohammed (s.a.w) met betrekking tot deze soera zei:
in waarheid zijn de mensen in menigten de religie van God binnengegaan en zij zullen het ook in menigten achterlaten.
Deze korte soera brengt het goede nieuws aan de Profeet Mohammed (s.a.w) betreffende de komst van de overwinning, de verovering en de collectieve aanvaarding van de Islam door de volkeren. Het draagt hem op zich tot zijn Heer te wenden in een toegewijde aanbidding en een nederig verzoek om vergeving. De soera presenteert ook de natuur en de gerechtigheid van dit geloof en zijn ideologie – hoe hoog de mensheid opstijgt naar een ideale en briljante top die onbereikbaar is anders dan door te reageren op de oproep van de Islam.de verschillende tradities met betrekking tot de openbaring van deze soera, citeren we die van Musnad Ahmed Ibn Hanbal die als volgt gaat: Aïsja (r.a) zei dat de Boodschapper van Allah (s.a.w) gebruikt om zeer vaak te herhalen, tegen het einde van zijn leven, ‘verheerlijking en lof zij Allah, wiens vergeving Ik vraag; Ik heb berouw van mijn zonden. Hij zei: “Mijn Heer zei tegen mij dat ik een teken in mijn volk zou zien. Hij beval mij hem, de vergevende, te prijzen en hem om vergeving te vragen wanneer ik dit teken zie. Inderdaad, dat heb ik. Toen de overwinning verleend door Allah en de verovering komen …
Ibn Katheer zei in zijn commentaar op de Koran:
De verovering’, is het unaniem eens, is een verwijzing naar de verovering van Mekka. De Arabische stammen wachtten op de oplossing van het conflict tussen de Qoeraisj en de moslims, voordat ze de Islam accepteerden en zeiden: ‘als hij, Mohammed (s.a.w), zijn volk overwint, zou hij inderdaad een profeet zijn.’Dus, toen dat was bereikt, accepteerden ze de Islam in grote getale. Er zouden geen twee jaar voorbij gaan na de verovering van Mekka toen het hele Arabische schiereiland werd gedomineerd door de Islam, en, allemaal dankzij Allah, elke Arabische stam had zijn geloof in de Islam verklaard.
Al-Boechari in zijn Sahieh verwant
Amr ibn Salamah (r.a) zei dat toen Makka werd veroverd, elke stam haastte om aanvaarding van de Islam te verklaren aan Allah ‘ s boodschapper (s.a.w.). Ze wachtten tot het zou gebeuren en zeiden: “Laat ze maar aan zichzelf over.” Waarlijk, Hij zou een profeet zijn, indien hij de overhand over hen had.
ook al-Boechari in zijn Sahieh gerelateerde
Ibn ‘Abbas zegt:
Umar (r.a)werd gebruikt om Abdullaah bin Abbaas (r.a) toe te staan bij hem te zitten in de verzameling van de veteranen van de slag bij Badr. Sommigen van hen een hekel aan dat de jonge Abdullaah bin Abbaas (r.a) ga bij hen zitten omdat ze zonen van zijn leeftijd hadden die daar niet mochten zitten. Umar (r.a) was op de hoogte van dit voorbehoud. Op een dag vroeg hij de aanwezigen wat de boodschap van soera Nasr was. Terwijl sommige van hen bleef zwijgen, anderen vermeld dat het een opdracht om deel te nemen aan Allah ’s verheerlijking en Istighfaar toen Allah’ s hulp kwam en toen de moslims veroverde buitenlandse gebieden. Umar (r.a) vroeg vervolgens Abdullaah bin Abbaas (r.a) of dit de boodschap was. Toen Abdullaah bin Abbaas (r.a) ontkennend antwoordde, vroeg Umar (r.a) hem wat de boodschap was. Abdullaah bin Abbaas (r.a) vertelde hen dat de Soera overgebracht de boodschap van Rasulullaah (r.a)’S dreigende ondergang. Oemar (r.a) zei dat hij dezelfde boodschap had begrepen.
Al-Hafiz al Baihaqi ook toegeschreven aan Ibn ‘ Abbas (r.a) die volgens het zei
toen deze soera voor het eerst werd geopenbaard, riep de Boodschapper van Allah (s.a.w) Fatimah (r.a) en zei: “mijn dood is aan mij aangekondigd.’Ze werd gezien om te beginnen huilen, toen glimlachte ze. Ze legde later uit, ‘ Ik huilde toen hij vertelde me van zijn naderende dood. Maar hij zei tegen mij,’ wees terughoudend, want je zult de eerste van mijn familie zijn om me te vergezellen’, dus ik glimlachte.’
geleerden vermelden dat wanneer men de oude dag bereikt, men zich moet inzetten in aanbidding ter voorbereiding op de dood.
Leave a Reply