Articles

Reële versus nominale waarde

in de verwerkende industrie is een nominale grootte of handelsgrootte een grootte “alleen in naam” die wordt gebruikt voor identificatie. De nominale grootte mag niet overeenkomen met enige afmeting van het product, maar binnen het domein van dat product kan de nominale grootte overeenkomen met een groot aantal sterk gestandaardiseerde afmetingen en toleranties.

Nominale maten kunnen in een bedrijfstak goed gestandaardiseerd zijn of eigendom zijn van één fabrikant.

Het toepassen van de nominale grootte op alle domeinen vereist inzicht in de groottesystemen in beide gebieden; iemand die bijvoorbeeld een boor wil selecteren om een “1⁄4-inch schroef” te wissen, kan tabellen raadplegen om de juiste boor-grootte te tonen. Iemand die het draagvermogen van een stalen balk wil berekenen, moet tabellen raadplegen om de nominale grootte van de balk om te zetten in Bruikbare afmetingen.

wanneer rekening wordt gehouden met de technische tolerantie tussen een as (of bout) die door een gat in een ander deel (zoals een moer) gaat, hebben beide schachten (of bout) dezelfde nominale grootte (ook wel de basisgrootte genoemd), maar alle gaten zijn fysiek groter en alle assen zijn fysiek kleiner zodat elke as (of bout) van een bepaalde nominale grootte in een gat van dezelfde nominale grootte kan passen.

bij meting is een nominale waarde vaak een waarde die alleen in naam bestaat; het wordt toegekend als een geschikte aanwijzing in plaats van berekend door gegevensanalyse of volgens de gebruikelijke afrondingsmethoden. Het gebruik van nominale waarden kan worden gebaseerd op de facto-normen of bepaalde technische normen.

alle reële metingen variëren afhankelijk van de nauwkeurigheid en precisie van de testmethode en de meetonzekerheid. Het gebruik van gerapporteerde waarden impliceert vaak technische toleranties.

een manier om dit te beschouwen is dat de reële waarde vaak de kenmerken heeft van een irrationeel getal. In reële meetsituaties zal het verbeteren van de meettechniek uiteindelijk onvoorspelbare minst significante cijfers opleveren. Bijvoorbeeld, een 1-inch lange gauge blok zal meten precies 1 inch lang totdat de meettechnieken een bepaalde mate van precisie te bereiken. Naarmate technieken boven deze drempel verbeteren, zal duidelijk worden dat 1 inch niet de werkelijke waarde is van de lengte van het ijkblok, maar een ander getal benadert het.