Articles

Public Choice Theory of Government Intervention

Abstract

in eerdere hoofdstukken is de efficiëntiegedachte voor overheidsinterventie onderzocht, namelijk wanneer Markten er niet in slagen om een allocatieve efficiëntie te bereiken, en de middelen waarmee dergelijke interventie wordt gefinancierd. Het fundamentele Keynesiaanse model van het beheer van de totale vraag is een voorbeeld van hoe, in theorie, interventie kan worden gebruikt in tijden van massale werkloosheid om de output van de economie te maximaliseren, zodat de economie terug naar zijn productiemogelijkheid grens. Verdringing vermindert de doeltreffendheid van de interventie, maar indien minder dan 100%, kan een verhoogde produktie leiden tot een welvaartsverbetering (zie hoofdstuk 5). Uit de analyse van de optimaliteit van Pareto is echter gebleken dat gedetailleerde kennis van zowel de productieomstandigheden als de verbruiksvoorkeuren vereist is om de allocatieve efficiëntie via niet-marktsystemen te bereiken (zie hoofdstuk 2). Bovendien suggereert de’ op een na beste ‘ – theorie dat fragmentarische interventie contraproductief kan zijn en de allocatieve efficiëntie kan verhogen in plaats van verminderen.