Articles

microscopie U-the source for microscopy education

het resultaat is de minimale vergroting voor visuele observatie van het detail van de fijnafstand van het specimen, dat ongeveer 500 keer de objectieve numerieke apertuur is. Deze discussie is van toepassing op specimens met medium contrast, maar met specimens van hoger contrast kunnen de twee punten door hogere vergrotingen worden opgelost, zelfs als zij dichter bij elkaar zijn. In de praktijk worden vaak vergrotingen toegepast die aanzienlijk afwijken van het nuttige vergrotingsbereik. Bijvoorbeeld, zeer lage vergrotingen (1x tot 4x) worden vaak gebruikt om een specimen topografisch in kaart te brengen (zoals een histologisch gekleurd dun gedeelte) waar een breed gezichtsveld wenselijk is om snel alle beschikbare specimenkenmerken op te merken. In veel gevallen kan een 2,5 x objectief worden gecombineerd met een breed veld oculair bij 10x vergroting om een gebied met een diameter van 8 millimeter of meer te onthullen.

bij hoge vergrotingen wordt de limiet van nuttige vergroting soms overschreden om de afbeelding comfortabeler te kunnen bekijken. Dit is vaak het geval wanneer kleine deeltjes of organismen worden waargenomen en geteld bij zeer hoge numerieke openingen en vergrotingen. De scherpte in de specimendetails wordt dan opgeofferd, die gewoonlijk niet in kwantitatieve analyse van het beeld interfereert.

bij het kiezen van oculair/objectieve combinaties moet de optimale vergroting van de details van het monster worden gewaarborgd zonder onnodige artefacten toe te voegen. Bijvoorbeeld, om een vergroting van 250x te bereiken, kon de microscopist een 25x oculair kiezen gekoppeld aan een 10x doelstelling. Een alternatieve keuze voor dezelfde vergroting zou een 10x oculair met een 25x objectief. Omdat de 25x-doelstelling een hogere numerieke diafragma heeft (ongeveer 0,65) dan de 10x-doelstelling (ongeveer 0,25), en gezien het feit dat numerieke diafragmawaarden de resolutie van een doelstelling bepalen, is het duidelijk dat deze laatste keuze de beste zou zijn. Als fotomicrografen van hetzelfde viewfield werden gemaakt met elke hierboven beschreven object/oculair combinatie, zou het duidelijk zijn dat de 10x oculair/25x objective duo fotomicrografen zou produceren die uitblonken in specimen detail en duidelijkheid in vergelijking met de alternatieve combinatie.