Carl Jung
associatie met Freud
deze onderzoeken, die hem vestigden als een psychiater met een internationale reputatie, leidden ertoe dat hij Freuds onderzoeken begreep; zijn bevindingen bevestigden veel van Freuds ideeën en gedurende een periode van vijf jaar (tussen 1907 en 1912) was hij Freuds naaste medewerker. Hij bekleedde belangrijke posities in de psychoanalytische beweging en werd algemeen beschouwd als de meest waarschijnlijke opvolger van de grondlegger van de psychoanalyse. Maar dit was niet het resultaat van hun relatie. Deels om temperamentvolle redenen en deels vanwege verschillende standpunten, eindigde de samenwerking. In dit stadium verschilde Jung grotendeels met Freud over diens aandringen op de seksuele basis van neurose. Een ernstig meningsverschil kwam in 1912, met de publicatie van Jungs Wandlungen und Symbole der Libido (psychologie van het onbewuste, 1916), die in strijd was met veel van Freuds ideeën. Hoewel Jung in 1911 tot voorzitter van de International Psychoanalytic Society werd gekozen, nam hij in 1914 ontslag.
Library of Congress, Washington D. C. (LC-DIG-ppmsca-07205)
zijn eerste prestatie was het onderscheiden van twee klassen van mensen volgens attitude types: extravert (naar buiten kijkend) en Introvert (naar binnen kijkend). Later onderscheidde hij vier functies van de geest-denken, voelen, voelen en intuïtie—waarvan er één of meer overheersen in een bepaalde persoon. De resultaten van deze studie werden belichaamd in Psychologische Typen (1921; Psychological Types, 1923). Jungs brede geleerdheid kwam hier goed tot uiting, zoals ook in de psychologie van het onbewuste.als jongen had Jung opvallend opvallende dromen en krachtige fantasieën die zich met ongewone intensiteit hadden ontwikkeld. Na zijn breuk met Freud liet hij bewust dit aspect van zichzelf weer functioneren en gaf hij de irrationele kant van zijn natuur vrije expressie. Tegelijkertijd bestudeerde hij het wetenschappelijk door gedetailleerde aantekeningen bij te houden van zijn vreemde ervaringen. Later ontwikkelde hij de theorie dat deze ervaringen afkomstig waren van een deel van de geest dat hij het collectieve onbewuste noemde, dat volgens hem door iedereen werd gedeeld. Deze veel omstreden opvatting werd gecombineerd met een theorie van archetypen die Jung als fundamenteel beschouwde voor de studie van de psychologie van religie. In Jung ‘ s termen, archetypes zijn instinctieve patronen, hebben een universeel karakter, en worden uitgedrukt in gedrag en beelden.
Leave a Reply