Articles

anticoagulantia

orale anticoagulantia

structureel lijken de cumarinederivaten op vitamine K, een belangrijk element in de synthese van een aantal stollingsfactoren. Interferentie in het metabolisme van vitamine K in de lever door cumarinederivaten leidt tot stollingsfactoren die gebrekkig zijn en niet in staat zijn calciumionen te binden (een ander belangrijk element in de activering van stollingsfactoren in verschillende stappen in de stollingscascade). De andere groep van orale anticoagulantia, de synthetische indandion derivaten (bijv., anisindion), worden verondersteld te werken door een soortgelijk werkingsmechanisme.

krijg een Britannica Premium abonnement en krijg toegang tot exclusieve content.

wanneer anticoagulantia oraal worden ingenomen, zijn enkele uren nodig om het anticoagulerende effect in te stellen, omdat tijd nodig is zowel voor de absorptie vanuit het maagdarmkanaal als voor de klaring van biologisch actieve stollingsfactoren uit het bloed. Warfarine, een coumarinederivaat en het meest gebruikte orale anticoagulans, wordt snel en bijna volledig geabsorbeerd.

orale anticoagulantia verschillen voornamelijk van heparine door hun langere werkingsduur, wat het resultaat is van uitgebreide binding aan plasma-eiwitten, waardoor deze middelen relatief lange plasmahalfwaardetijden hebben. Orale anticoagulantia worden gemetaboliseerd door de lever en uitgescheiden in de urine en feces. Zij kunnen de placenta passeren om foetale afwijkingen of bloedingen bij pasgeborenen te veroorzaken; echter, hun verschijning in de moedermelk heeft blijkbaar geen nadelig effect op zuigelingen die borstvoeding geven.

bloeding is het belangrijkste toxische effect tijdens orale antistollingstherapie. Vitamine K, wanneer intraveneus toegediend om de synthese van functionele stollingsfactoren te bevorderen, stopt bloeden na enkele uren. Plasma dat normale stollingsfactoren bevat, wordt gegeven om ernstige bloedingen onder controle te houden. Orale anticoagulantia kunnen een negatieve wisselwerking hebben met andere geneesmiddelen die zich binden aan plasma-eiwitten of die door de lever worden gemetaboliseerd.

Jeffrey S. Fedan