Andreas Vesalius
groot werk
Vesalius ‘inzet voor het daadwerkelijk observeren was veel bewijs in zijn editie van enkele van Galen’ s werken in 1540, maar vooral in zijn baanbrekende De humani corporis fabrica libri septem (zeven boeken over de constructie van het menselijk lichaam), gepubliceerd in 1543 in Bazel. Boek 1 over de botten was over het algemeen correct, maar vertegenwoordigde geen grote vooruitgang. Boek 2 over de spieren was een meesterwerk. Boek 3 over bloedvaten was precies het tegenovergestelde. Iets beter was boek 4 op de zenuwen, een grote vooruitgang op alles wat eerder over het onderwerp werd geschreven, maar het was een eeuw later grotendeels verouderd. Uitstekend was zijn behandeling in boek 5 van de buikorganen. Boek 6 ging over de borst en nek, terwijl boek 7 gewijd was aan de hersenen. Enkele van de houtsneden illustraties van de Fabrica behoren tot de beste van de 16e-eeuwse tekeningen en zijn waarschijnlijk uitgevoerd door Jan Stephan van Calcar. Vesalius ‘ eigen tekeningen waren van bescheiden waarde. Het revolutionaire aspect van het werk was de dominerende rol van observatie als de basis van de vooruitgang in de anatomie. Het belang van de grote folio werd onmiddellijk erkend door het feit dat bijna gelijktijdig met het origineel een belichaming ervan werd gepubliceerd.Vesalius was, net als sommige andere genieën van zijn tijd, zoals Copernicus en Thomas More, een gedurfde vernieuwer en een sterke traditionalist tegelijk. Zo maakte Vesalius, de nauwgezette waarnemer, geen deel uit van Galen wat de theorie betreft. Hij was ook een kind van zijn leeftijd in het zorgvuldig plaveien van zijn weg naar het keizerlijke hof. Zodra zijn Fabrica gepubliceerd werd, zocht hij dienst bij de medische staf van Karel V en werd onmiddellijk geaccepteerd.in 1544 trouwde Vesalius met Anne von Hamme en breidde hij zijn bezit uit door een aanzienlijke erfenis van zijn vader. In 1546 kwam zijn brief over de Chinese wortel, over een waardeloos maar zeer populair medicijn. De ware betekenis van de brief kwam voort uit het feit dat erin Vesalius antwoordde op de tegenstanders van zijn Fabrica en enkele van zijn onjuiste uitspraken corrigeerde. Vanaf 1553 had Vesalius een eigen praktijk als arts in Brussel, en in 1556 kwam er een einde aan zijn officiële banden met het Hof van Karel V.de tweede editie van de Fabrica, in 1555, bevatte veel verbeteringen ten opzichte van de eerste, maar achteraf gezien was het ook een teleurstelling. Men vraagt zich af over de nieuwe cursus geneeskunde zou hebben genomen, had Vesalius zich volledig gewijd aan de zaak van anatomisch onderzoek. Enige tijd na de toetreding van Filips II tot de keizerlijke troon werd Vesalius opnieuw een van de keizerlijke artsen. Vesalius ‘afwezigheid op medische scholen toonde zich in zijn onderzoek van Gabriele Fallopio’ s anatomische observaties (1561), waarin hij moest vermijden een oordeel te vellen over een aantal punten in Fallopio ‘ s boek omdat hij geen manier had om ze te verifiëren.het is de vraag of Vesalius in 1564 een pelgrimstocht naar het Heilige Land gebruikte als voorwendsel om Spanje en het keizerlijk hof te verlaten. Sommigen beweerden dat hij naar het Heilige Land ging om geneeskrachtige planten te bestuderen op de vlakten van Jericho, een onderwerp waarover hij op zijn weg daar naar toe heeft gesproken. Vesalius zou heel goed de bedevaart hebben gemaakt uit devotie, zoals vele miljoenen voor en na hem deden. Bij zijn terugkeer uit Jeruzalem zou hij de stoel van de plotseling overleden Fallopio in Padua nemen, maar hij stierf op het eiland Zenta voor de Griekse kust.
Leave a Reply